11 nov 2021

Van Nee-machine naar werken vanuit de bedoeling

De Omgevingswet in de gemeente Montferland

Iedere Nederlandse gemeente bereidt zich voor op de invoering van de Omgevingswet. In de gemeente Montferland, tussen Arnhem en Doetinchem, maakten ze een duidelijke keuze: ze omarmen de veranderopgave en zien de wet als een kans. Wethouder Walter Gerritsen en secretaris Marcel Wagener delen hun ervaringen in een gesprek onder leiding van Toine van Riel (VNG) waarbij ook BMC-partner Ingrid Kersten aanwezig was.

Als Toine van Riel de eerste vraag stelt, brandt het gesprek meteen los. ‘Ik was sceptisch over de Omgevingswet’, vertelt wethouder Walter Gerritsen. ‘Ik vreesde voor een papieren exercitie en veel bureaucratie, maar wat verandert er dan echt?’ Ook secretaris Marcel Wagener had zijn bedenkingen. ‘Die kwamen ook voort uit de ervaringen met de decentralisaties in het sociaal domein; daar hebben wij als gemeente nog steeds onze handen vol aan.’

Nee-machine

Montferland ging desondanks voortvarend aan de slag. Er kwam onder meer een “Ambitiedocument implementatie Omgevingswet” dat de gemeenteraad in oktober 2020 aannam. Dat onderscheidt twee trajecten: “Wat moeten we” en “Wat willen we”. In de woorden van Wagener: ‘Wat er moet gebeuren, is technisch en daar zijn gemeenten doorgaans best goed in. Veel spannender is de verandering van houding en gedrag die gepaard gaat met wat we willen.’ Wethouder Gerritsen vult aan: ‘We voelden ons vaak een “nee-machine”: beleid dat de raad vaststelt mag en al het andere niet. Dat begon te wringen: willen we nee blijven zeggen of durven we voorbij de regels te kijken?’ Wagener: ‘Ook de samenleving accepteert die nee-machine niet meer als vanzelfsprekend. De Omgevingswet was niet de trigger voor verandering, maar wel een katalysator ervan.’

Van buiten naar binnen

Het “wat willen we-traject” uit het ambitiedocument kende twee mogelijke scenario’s. Het eerste: “Van binnen naar buiten; werkenderwijs implementeren” is het minst ambitieus. Montferland koos voor een verdergaand tweede scenario: “Van buiten naar binnen: vernieuwend implementeren”. “Inwoners krijgen meer zeggenschap over de fysieke leefomgeving. Geen sturing en controle vooraf, maar loslaten en vertrouwen”. ‘Het ambitiedocument is papier’, geeft Walter Gerritsen aan. ‘De uitvoering is andere koek. Loslaten is altijd spannend, leiderschap en verwachtingsmanagement is dan cruciaal.’

Participatie

Montferland liet los en laat het participatieproces nu al meer over aan initiatiefnemers. Wagener: ‘Meer zeggenschap voor inwoners vraagt om een helder participatiebeleid en een voorspelbare en betrouwbare overheid. Dat betekent aangeven waar inwoners wel en niet over gaan en erop vertrouwen dat initiatiefnemers participatie naar eer en geweten vormgeven. Maar het blijft spannend of de samenleving als geheel klaar is voor deze nieuwe werkwijze.’ De keuze om los te laten gaat gepaard met de nodige ontwikkelingen in de organisatie. Het vraagt van bestuurder en ambtenaren een andere mindset, een meer pro-actieve rol en andere competenties als aanpassingsvermogen. De rol van BMC, als aanjager, sparringpartner en trainer, was en is daarbij belangrijk geeft Marcel Wagener aan. ‘Voor wat betreft houding en gedrag is er al veel veranderd in onze organisatie, maar inhoudelijk is de Omgevingswet nu nog vooral een ruimtelijke aangelegenheid. Daar hebben we nog werk te verzetten, maar voor nu hebben de collega’s in bijvoorbeeld het sociale domein ook andere prioriteiten.’

Omgevingslab

Minder sturing via regels, meer vertrouwen en een andere invulling van participatie zijn niet de enige zaken die zijn veranderd. Montferland experimenteert ook met een omgevingslab. Wagener: ‘Daarin komen ruimtelijke plannen voorbij die volgens de regels eigenlijk niet mogen, maar waarvan we zelf vinden dat we niet goed kunnen uitleggen waarom niet. Als na inhoudelijke analyse de conclusie is: dit doet bij niemand pijn, dan kan het alsnog.’ Werken vanuit de bedoeling dus, vanuit de geest van de wet en niet naar de letter van die wet. Dat leidt mogelijk wel tot meer verschillen. Wethouder Gerritsen geeft een voorbeeld. ‘Als bewoners in wijk A geen tuinhuisjes willen maar in Wijk B wel, dan leidt dit een verschillende uitkomst in het toekomstige omgevingsplan.’ Dat verschil maken we nu ook al in bestemmingsplannen’, constateert Wagener. ‘Maar dan is het de keuze van inwoners en niet iets wat we als gemeente willen.’

Houd de energie vast

Wethouder Walter Gerritsen sluit af met tips. ‘Houd vast aan je principes, zeker als je de stap zet om van buiten naar binnen te werken. Juist nu de invoering van de wet weer een half jaar is uitgesteld moet je aan de gang blijven om de noodzakelijke verandering in houding en gedrag te laten landen. Die verandering is een voorwaarde om de nee-machine achter ons te laten en werken vanuit de bedoeling te omarmen.’

Meer informatie

Neem voor een kwalitatief gesprek over dit onderwerp contact op met Ingrid Kersten.

Ingrid Kersten Bestuur & Organisatie, Ruimtelijke Ontwikkeling senior adviseur 06 - 21296698
NIEUWS OMGEVINGSWET GEBIEDSONTWIKKELING

Gerelateerde artikelen