Wat verandert er concreet

We gaan van IPM-Rattenbeheersing naar IPM-Knaagdierbeheersing. Vanaf 1 januari 2023 geldt daarvoor het nieuwe certificatieschema IPM Knaagdierbeheersing (vanaf 1 januari 2024 CIK versie 2.0).
De aanpassingen in het certificatieschema waren nodig nadat het Ctgb heeft bepaald (klik hier) dat bij de eerstvolgende herregistratie van de betreffende chemische middelen (rodenticiden) het gebruik daarvan voor de bestrijding van ratten én muizen buiten én binnen uitsluitend is toegestaan op basis van een integraal IPM-systeem door gecertificeerde professionals. Bij IPM is de toepassing van chemische middelen de laatste stap, nadat eerst alle beschikbare preventieve en niet chemische maatregelen zijn ingezet.

Hoe bereid ik mij voor

Het nieuwe certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing is gebaseerd op de systematiek van ‘Integrated Pest Management’ (IPM) en is per 1 januari 2023 leidend voor de professionele bedrijven die zich richten op de integrale inzet van knaagdierbeheersing, waarbij de toepassing van chemische middelen de laatste stap kan zijn. Om u stap voor stap te ondersteunen, heeft KPMB een stappenplan opgezet (klik hier). Allereerst bepaalt u als bedrijf het toepassingsgebied en stelt u vast welke modules voor uw bedrijf van toepassing zijn. Vervolgens meldt u zich aan door middel van het invullen van het ‘Aanvraagformulier bedrijfsregistratie’. Door als bedrijf een eigen handboek op stellen, kunt u aantonen conform de normvoorschriften te werken.  Vervolgens maakt u een keuze voor een certificerende instantie (klik hier) en spreekt u hiermee een datum af waarop de audit plaatsvindt. Om te voldoen aan de aanvullende opleidingseisen, kunt u terecht bij diverse opleidingsinstanties om vervolgens deze scholing af te sluiten met een examen van het RPMV of Bureau Erkenningen.

Welke documenten heb ik nodig

Het Certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing (CIK) is afgeleid van het Handboek IPM-Knaagdierbeheersing (HIK) dat eerder is vastgesteld. Het HIK bevat de voorschriften voor de aanvullende opleiding, het examen IPM-Knaagdierbeheersing en het certificatieschema (CIK). Verder is het HIK voor de bedrijven en voor personen die professioneel knaagdieren willen beheersen een naslagwerk. Voor bedrijven die de mogelijkheid willen behouden om rodenticiden in te zetten, geldt dat ze moeten voldoen aan het CIK. Dit betekent een certificering van bedrijven én hun medewerkers. Het aantoonbaar voldoen aan het CIK is dan voor deze bedrijven een voorwaarde. Het CIK bevat een aparte kolom met de eventuele interpretatie, zodat hiervoor geen apart document geldt. Hiermee is invulling gegeven aan de wens om het aantal documenten beperkt te houden. Heeft u hierbij hulp nodig? Lees dan verder onder ‘Wie kan mij helpen?’

Wat moet ik nu doen

Omdat de voorbereiding minimaal 6 tot 9 maanden vergt, is het zaak om op tijd te starten. Daarbij geldt dat er veel bedrijven mee bezig zijn en dat de capaciteit bij de certificerende – en opleidingsinstanties ook z’n grenzen heeft. Langer wachten met het treffen van voorbereidingen vergroot de kans dat je als bedrijf niet op tijd bent gecertificeerd. Het advies is dan ook om tijd de partijen in te schakelen die u kunnen helpen. Bedrijven die opgenomen zijn in het KPMB-register voor de module IPM-Rattenbeheersing, kunnen zich binnen de reguliere auditfrequentie laten toetsen volgens het nieuwe certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing versie 1.0. Zij ontvangen dan een nieuw certificaat. Bedrijven die nog niet gecertificeerd zijn, vragen een initiële audit aan bij een erkende certificerende instantie (klik hier) op basis van het nieuwe certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing versie 1.0.

Wie kan mij hierbij helpen

Om u stap voor stap te ondersteunen, heeft KPMB een stappenplan opgezet (klik hier). Allereerst bepaalt u als bedrijf het toepassingsgebied en stelt u vast welke modules voor uw bedrijf van toepassing zijn. Vervolgens meldt u zich aan door middel van het invullen van het ‘Aanvraagformulier bedrijfsregistratie’. Door als bedrijf een eigen handboek op stellen, kunt u aantonen conform de normvoorschriften te werken. Vervolgens maakt u een keuze voor een certificerende instantie (klik hier) en spreekt u hiermee een datum af waarop de audit plaatsvindt. Om te voldoen aan de aanvullende opleidingseisen, kunt u terecht bij diverse opleidingsinstanties om vervolgens deze scholing af te sluiten met een examen van het RPMV of Bureau Erkenningen. De brancheorganisaties PLA..N en de NVPB bieden hun leden tevens de helpende hand op dit terrein.

Alle gecertificeerde bedrijven staan opgenomen in het Register. Met ingang van 2023 geldt voor de beheersing van ratten en muizen een zogeheten integrale aanpak. Bij Integrated Pest Management (IPM) worden eerst alle beschikbare preventieve en niet-chemische maatregelen ingezet. Als allerlaatste stap kan een beroep op chemische middelen worden gedaan. Deze integrale aanpak mag alleen door erkende bedrijven worden uitgevoerd. Dit zijn bedrijven die onafhankelijk zijn getoetst en als ze aantoonbaar voldoen aan de hoge standaard die in het certificatieschema (CIK) is vastgelegd, verdienen ze het Certificaat. Alle gecertificeerde bedrijven staan opgenomen in het Register.

Veel gestelde vragen

Hoe kan ik mij aanmelden voor registratie?

Aanmelden voor registratie start bij KPMB. Maak hiervoor gebruik van het  aanmeldformulier op hun website.

Wanneer moet je als bedrijf gecertificeerd zijn?

Voor bedrijven die de mogelijkheid willen behouden om rodenticiden te gebruiken, is het per 1 januari 2023 verplicht om zich te certificeren en het personeel aanvullend te scholen. Dit geldt voor alle bedrijven, zoals: plaagdierbeheersers, agrarische ondernemers of gemeentelijke diensten. Als bedrijf dient u hiervoor gecertificeerd te zijn volgens de meest recente versie van het Certificatieschema IPM Knaagdierbeheersing (CIK).

Hoe kan ik mijn bedrijf laten certificeren?

Als u uw bedrijf wilt laten certificeren start u met het Aanvraagformulier Bedrijfsregistratie volledig in te vullen en vervolgens aan KPMB te versturen. Dan maakt u een keuze voor een certificerende instantie (klik hier) en spreekt u hiermee een datum af waarop de audit plaatsvindt. Als het KPMB-secretariaat uw bedrijfscertificaat heeft ontvangen, wordt uw bedrijf opgenomen in het KPMB-register.

Hoe verkrijg ik een bedrijfscertificaat?

Hiervoor is een onafhankelijke toetsing nodig – een audit – uitgevoerd door een gekwalificeerde auditor van een geaccrediteerde certificerende instelling. KPMB heeft hiervoor overeenkomsten afgesloten met een aantal certificerende instanties (klik hier). U maakt een keuze voor een certificerende instelling en nadat u akkoord bent met een offerte, wordt in onderling overleg een afspraak gemaakt voor een datum waarop de audit plaatsvindt. Als tijdens de audit wordt vastgesteld dat het bedrijf conform het certificatieschema (CIK) werkt, heeft het bedrijf recht op het bedrijfscertificaat.

Welke criteria gelden om gecertificeerd te kunnen worden?

Op de KPMB-website, vindt u op de webpagina Publicaties, onder de diverse recente artikelen, de geldende documenten, waaronder: het certificatieschema inclusief het interpretatiedocument. Bij wijzigingen ontvangen de deelnemende bedrijven en certificerende instanties tijdig bericht met de aangepaste documenten. Voorgestelde wijzigingen worden eerst besproken in het Centraal College van Deskundigen (CCvD), waarna besluiten ter bekrachtiging worden voorgelegd aan het bestuur.

Wat zijn de kosten van certificering?

De kosten voor certificering bestaan uit de (audit)kosten van een certificerende instantie (C.I.) en een jaarlijkse afdracht aan de stichting KPMB voor het beheer en onderhoud van het kwaliteitssysteem. De afdrachten aan KPMB vindt u hier op de webpagina ‘over KPMB’. De tijdbesteding is opgenomen in paragraaf 9.4 tabel 1.1 van het certificatieschema IPM Knaagdierbeheersing en is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD). De tarieven die C.I.’s hanteren zijn niet bekend bij de stichting, hiertoe kunt u een offerte bij de C.I. van uw keuze opvragen.

Mag een opdrachtnemer taken afstaan aan een opdrachtgever?

Een opdrachtnemer kan beperkt afspraken maken met een opdrachtgever, bijvoorbeeld dat de opdrachtgever controleert of een rat of muis in de klem/val is gevangen. Om onjuiste informatie rondom de druk van plaagdieren te voorkomen mag de opdrachtgever geen verdere detectie- en analysehandelingen verrichten. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de bestrijding en die zal moeten kunnen aantonen dat die bestrijding op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Bij het omgaan met en uitzetten van rodenticiden dienen (met in achtneming van bovenstaande) de voorschriften op de verpakking gevolgd te worden. Dus voor middelen met uitsluitend een toelating voor professioneel gebruik, mag een particuliere-/niet vakbekwame opdrachtgever zelf geen handelingen uitvoeren met deze middelen.

Voor welke locaties geldt het certificatieschema IPM Knaagdierbeheersing?

Indien het bedrijf de mogelijkheid wenst te behouden om rodenticiden te gebruiken, is het per 1 januari 2023 verplicht om conform het certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing te handelen en het personeel aanvullend te scholen. Het bedrijf kiest er dan voor om Integrated Pest Management (IPM) als basisprincipe te hanteren voor alle werkzaamheden rondom de beheersing van ratten en muizen. Dit brengt met zich mee dat op elke (project)locatie volgens dit principe wordt gewerkt. Op deze locaties zal derhalve in één van de IPM stappen worden gewerkt. Tijdens een audit zullen één of enkele van deze locaties worden bezocht om na te gaan of conform het geldende certificatieschema wordt gewerkt.

Mag ik met een KBA-licentie meteen rodenticiden inzetten?

Nee, naast een persoonlijke licentie, dient het bedrijf gecertificeerd te zijn conform de geldende versie van het certificatieschema IPM Knaagdierbeheersing. Dit certificatieschema is van toepassing op al het professionele gebruik van rodenticiden ter beheersing van ratten en muizen. Dit houdt in dat de voorschriften ook gelden wanneer er werkzaamheden op het gebied van knaagdierbeheersing worden verricht op een agrarisch bedrijf door de ondernemer of een werknemer. Omdat de agrarisch ondernemer in deze gevallen meestal ook als opdrachtgever fungeert, is paragraaf 1.6 van het certificatieschema relevant. De voorschriften die in dit certificatieschema zijn opgenomen ten aanzien van de relatie tussen het professioneel bedrijf en zijn opdrachtgever, zijn niet van toepassing indien de werkzaamheden op het gebied van knaagdierbeheersing worden verricht op een agrarisch bedrijf door de ondernemer of een werknemer. De licenties KBA en KBA-GB zijn komen te vervallen. Voor een persoon die werkzaam is op een agrarisch bedrijf als ondernemer of een werknemer is hiervoor in de plaats een IPM-Knaagdier Beheersing Agrarisch (IPM-KBA) gekomen. Hiervoor is een aangepaste nascholingsbijeenkomst vereist incl. examen IPM-Knaagdierbeheersing. Voor meer informatie, kunt u in de brochure Knaagdierbeheersing lezen welke licentie u als agrarisch ondernemer of werknemer op een agrarisch bedrijf nodig heeft.

Hoe vind ik een erkend bedrijf?

Alle erkende bedrijven staan opgenomen in het Register. Dit zijn bedrijven die onafhankelijk zijn getoetst en voldoen aantoonbaar aan de hoge standaard die in het certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing is vastgelegd.

Kan een bedrijf dat bijvoorbeeld een KvK-registratie heeft als schoonmaakbedrijf of appelverwerker en niet als plaagdierbeheerser ook een certificaat IPM-Knaagdierbeheersing behalen?

geregistreerd te staan bij de Kamer van Koophandel (KvK), maar dit hoeft niet als plaagdierbeheerser te zijn.

Hoe bepaal je bij een samenwerking tussen bedrijven wie moet beschikken over het certificaat IPM-Knaagdierbeheersing?

Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee situaties: (1) gezag en regie ligt bij het professionele bedrijf, (2) gezag en regie ligt bij een ander bedrijf.

  1. Gezag en regie ligt bij het professionele bedrijf:
    Het professionele bedrijf dat het werk aanneemt moet beschikken over het certificaat IPM-Knaagdierbeheersing en is verantwoordelijk voor de uitvoering en documentatie van de IPM-aanpak waarvoor hij een overeenkomst heeft gesloten met een klant, zijnde opdrachtgever. Het professionele bedrijf dat beschikt over het certificaat IPM-Knaagdierbeheersing stuurt hiervoor een factuur aan de klant, zijnde opdrachtgever. Een professioneel bedrijf kan in dit geval zijn: een plaagdiermanagementbedrijf, agrarisch ondernemer, ZZP-er, gemeentelijke dienst, etc.. Het gezag en de regie ligt hierbij ten alle tijden bij het gecertificeerde professionele bedrijf. In deze situatie, waarbij er geen eigen werkzaamheden op het gebied van knaagdierbeheersing plaatsvinden, hoeft de onderaannemer/ZZP-er niet te beschikken over het bedrijfscertificaat IPM-Knaagdierbeheersing.
  2. Gezag en regie bij een ander bedrijf:
    Het kan zijn dat een bedrijf (bedrijf A) het werk uitbesteed aan een ander bedrijf (bedrijf B) die eindverantwoordelijk is voor de uitvoering. In dat geval voert bedrijf B het werk uit onder eigen regie en is zelf verantwoordelijk voor uitvoering en documentatie. In dit geval dient bedrijf B zélf te beschikken over het certificaat IPM-Knaagdierbeheersing.

Ik ben als bedrijf niet gecertificeerd en gebruik op de locaties van mijn klanten geen rodenticiden. Kan ik een ander bedrijf, dat wel beschikt over het certificaat IPM-Knaagdierbeheersing, rodenticiden laten inzetten op locaties van mijn klanten?

Nee, dat kan niet. Als rodenticiden worden ingezet, is dat als onderdeel van een IPM-aanpak zoals beschreven in het Certificatieschema IPM- Knaagdierbeheersing.

Hoe zien verkopers van rodenticiden erop toe dat zij alleen leveren aan gecertificeerde bedrijven?

De wetgeving schrijft voor dat verkopers van rodenticiden controleren of hun klanten beschikken over het vakbekwaamheidsbewijs dat nodig is voor het gebruik van deze middelen. Bij diverse partijen bestaat de behoefte om in aanvulling hierop te regelen dat de verkopers ook controleren of hun klanten beschikken over het bedrijfscertificaat IPM-Knaagdierbeheersing. Gesprekken worden hierover gevoerd, maar dit is tot op heden niet geformaliseerd.

Kan ik als startend bedrijf het certificaat IPM-Knaagdierbeheersing behalen?

Ja, hoor. Bij de allereerste controle (initiële audit) van een certificerende instantie (C.I.) zal de auditor nagaan of u conform de normvoorschriften uit het certificatieschema IPM-Knaagdierbeheersing (CIK) werkt. Om dit te kunnen beoordelen zal de auditor tevens vragen om enige historie van uw bedrijfsvoering. Op basis hiervan kan de C.I. beoordelen of u de werkzaamheden uitvoert zoals voorgeschreven in het CIK. Als bedrijven al langer actief zijn in deze branche, maar nu besluiten om een certificaat te gaan behalen, zal dat geen problemen opleveren. Als een bedrijf volledig nieuw of knaagdierbeheersing als een nieuwe activiteit start, zal tijdens een audit zoveel mogelijk normonderdelen worden beoordeeld en kan het bedrijf met de C.I. afspraken vastleggen hoe de ontbrekende gegevens op een later tijdstip worden aangeleverd en beoordeeld. Afhankelijk van de hoeveelheid ontbrekende gegevens, kan de C.I. besluiten om het professionele bedrijf te certificeren, mede gebaseerd op een plan van aanpak dat binnen een vastgestelde termijn wordt afgewikkeld.

Mag een persoon met een starterlicentie werkzaamheden verrichten binnen de gecertificeerde IPM-aanpak?

Op basis van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Rgb) artikel 6.6, lid b: Vrijstelling bewijs van vakbekwaamheid, mag een persoon met een starterlicentie biociden gedurende maximaal één jaar inzetten. Als deze persoon geen aanvullende (IPM) scholing heeft gevolgd zoals voorgeschreven in het Handboek IPM-Knaagdierbeheersing (HIK), dan mag deze persoon geen biocide inzetten binnen de gecertificeerde aanpak IPM-Knaagdierbeheersing. Als de persoon beschikt over de juiste competenties, door het professionele bedrijf weergegeven in het opleidingsplan (par. 1.5), mag hij/zij wel bepaalde andere werkzaamheden verrichten binnen de gecertificeerde IPM-aanpak.

Welke aanvullende scholing heb ik als professioneel plaagdierbeheerser nodig?

De vereiste aanvullende scholing voor een professioneel plaagdierbeheerser betekent dat de persoon per 1-1-2023 aantoonbaar beschikt over de kennis die is beschreven in hoofdstuk 3 van het Handboek IPM-Knaagdierbeheersing (HIK) voor het examen IPM-Knaagdierbeheersing. Dit betekent dat wanneer de persoon aantoonbaar met goed gevolg het examen IPM buitengebruik heeft gevolgd, de persoon voor 1-1-2023 nog de aanvullende nascholing IPM binnen (2 dagdelen) moet volgen en anders de volledige nascholing IPM-Knaagdierbeheersing (4 dagdelen). De nascholing IPM-buitengebruik telt vanaf 1 januari 2015 mee en de BT-opleiding inclusief IPM-buitengebruik vanaf 1 januari 2017.

Welke aanvullende scholing heb ik voor een agrarisch bedrijf nodig?

De vereiste aanvullende scholing voor een agrarisch bedrijf betekent dat de persoon per 1-1-2023 aantoonbaar beschikt over de kennis die is beschreven in hoofdstuk 3 van het Handboek IPM-Knaagdierbeheersing (HIK) voor het examen IPM-Knaagdierbeheersing. De licenties KBA en KBA-GB zijn komen te vervallen. Voor een persoon die werkzaam is op een agrarisch bedrijf als ondernemer of een werknemer is hiervoor in de plaats een IPM-Knaagdier Beheersing Agrarisch (IPM-KBA) gekomen. Hiervoor is een aangepaste nascholingsbijeenkomst vereist incl. examen IPM-Knaagdierbeheersing.

Wanneer wordt een situatie gezien als een noodsituatie?

Heeft het professionele bedrijf reden om aan te nemen dat bij het treffen van de maatregelen als monitoring, habitat management en niet-chemisch bestrijdingsmaatregelen de ratten- en/of muizenpopulatie substantieel zal toenemen; of er is sprake van een acute bedreiging voor de volks- en/of diergezondheid; of de aanwezigheid van de ratten- en/of muizenpopulatie leidt tot grote schade? In dit geval is sprake van een uitzonderingssituatie (zie o.a. paragraaf 7.5.4) die een noodsituatie genoemd kan worden en die met strenge voorwaarden nader is omkleed, zoals tenminste:

  • Monitoring uitvoeren; en
  • Habitat management gestart; en
  • Schriftelijke bevestiging van de opdrachtgever dat hij aan voorgaande meewerkt; en
  • Gestart met uitvoering niet-chemische maatregelen.

Het professionele bedrijf moet goed kunnen onderbouwen en in het dossier vastleggen dat er sprake is van een noodsituatie die vergt dat biociden worden ingezet. In aanvulling hierop mogen biociden alleen worden ingezet als de opdrachtgever aantoonbaar meewerkt met het uitvoeren van monitoring en habitat management, zie hiervoor o.a. paragraaf 6.5.

 

Top