Sigaret nooit binnen roken

In 2 jaar tijd 20 % minder kinderen dagelijks in de rook

Delen

Het aantal kinderen dat dagelijks wordt blootgesteld aan de tabaksrook van hun ouders, is de voorbije twee jaar met zo’n twintig procent gedaald. Dat blijkt uit een enquête over het rookgedrag in Vlaamse gezinnen die Kom op tegen Kanker al voor de vierde keer liet uitvoeren door het onafhankelijke onderzoeksbureau Kantar. Het gros van de ouders is zich wel degelijk bewust van de risico’s van meeroken. Heel wat rokende ouders passen hun rookgedrag aan om hun kinderen tegen de blootstelling aan tabaksrook te beschermen. Toch rookt nog steeds bijna een op de twee rokende ouders geregeld ook in aanwezigheid van hun kinderen. Om bijkomende gezondheidswinst te boeken zijn bijkomende beleidsmaatregelen nodig, zoals hogere prijzen, minder verkooppunten en betere rookstophulp. 

In twaalf jaar tijd is het aantal kinderen dat nog dagelijks in de rook zit met maar liefst driekwart afgenomen. In 2008 zaten er nog 115.000 kinderen dagelijks in de tabaksrook. In 2018 was dat aantal gedaald tot 36.000. Vandaag zijn dat er 29.000. Die daling is voornamelijk te danken aan het steeds lagere aantal rokende ouders. Vandaag wordt er in minder dan een op de vijf gezinnen (18 %) met kinderen jonger dan vijftien jaar gerookt. In 2018 was dat nog 28 %. 

‘Die daling is een goede zaak, maar we moeten het aantal kinderen dat wel nog systematisch blootgesteld wordt aan tabaksrook absoluut verder terugdringen’, vindt Hedwig Verhaegen, directeur Kennis en Beleid bij Kom op tegen Kanker. ‘Want de gezondheidsrisico’s van meeroken zijn voor kinderen bijzonder groot.’  
Kleine kinderen lopen twee keer zoveel risico op wiegendood en hebben twee tot drie keer meer kans om astma te ontwikkelen. Meerokende kinderen hebben ook vaker last van oorontstekingen en andere gehoorproblemen en lopen op latere leeftijd meer risico op hart- en vaatziekten of kanker. ‘Kinderen van rokende ouders hebben bovendien tot drie keer meer kans om later ook zelf te gaan roken dan kinderen uit gezinnen waar niet gerookt wordt’, onderstreept Verhaegen, ‘met alle nefaste gevolgen van dien.’ 

Wetgeving en sensibilisering versterken elkaar 

Het bewustzijn van de gevaren van meeroken is in de loop der jaren gegroeid en een grote meerderheid van de rokende ouders geeft ook aan zijn rookgedrag te hebben aangepast. In de meeste gevallen betekent dat dat ouders buiten roken als de kinderen thuis zijn (75 %). 63 % van de rokende ouders rookt ook buiten als de kinderen er niet zijn. Heel wat ouders waken er ook voor niet in het zicht van de kinderen te roken (39 %). Die gedragswijziging is ongetwijfeld mee in de hand gewerkt door sensibiliseringscampagnes zoals ‘Binnen roken is nooit oké’ van Kom op tegen Kanker en projecten als Generatie Rookvrij, dat sterk inzet op het rookvrij maken van plaatsen waar veel kinderen komen en rokers aanmoedigt steeds uit het zicht van kinderen te roken. 

Ook beleidsbeslissingen blijken belangrijk om het meeroken in te perken. Zo heeft de invoering van het rookverbod in de wagen in aanwezigheid van kinderen ouders er nog meer bewust van gemaakt dat meeroken ongezond is. Maar liefst 45 % van de rokende ouders geeft aan dat dat verbod een gunstig effect heeft gehad. 23 % rookt daardoor nu ook minder op andere plaatsen in aanwezigheid van de kinderen, 22 % rookt zelfs helemaal niet meer in het bijzijn van kinderen.  
Hedwig Verhaegen: ‘Die cijfers bewijzen dat sensibilisering en beleidsmaatregelen elkaar versterken. Maar als we kinderen écht tegen de nefaste gevolgen van roken en meeroken willen beschermen, moeten we ervoor zorgen dat ze als jongere zelf nooit beginnen te roken. Hogere prijzen voor tabaksproducten en het terugdringen van het aantal verkoopplaatsen, zodat tabak niet langer letterlijk op haast elke straathoek te koop is, zijn daarvoor cruciaal. Wij roepen de beleidsmakers op daar werk van te maken.’ 

Nood aan extra aandacht voor kwetsbare groepen 

Ook in de maatschappelijk kwetsbaardere groepen is het aantal rokende ouders de voorbije jaren gedaald, al is het aantal rokers daar nog steeds het hoogst. Die ouders roken vandaag ook aanzienlijk minder in het bijzijn van hun kinderen maar zij die dat wel nog doen, roken vaker in de eigen woning (58 % tegenover 26 % gemiddeld) en ook bij vrienden of familie thuis (42 % tegenover 28 % gemiddeld). Kinderen uit gezinnen die het minder breed hebben worden anno 2021 dus nog veel vaker blootgesteld aan tabaksrook én dragen daar onvermijdelijk de gevolgen van. Roken is een van de belangrijkste oorzaken van gezondheidsongelijkheid.  

Als we willen vermijden dat de kinderen uit die bevolkingsgroep het kind van de rekening worden, is het cruciaal extra aandacht te besteden aan die kwetsbare groepen en meer in te zetten op het dichten van de gezondheidskloof. Toegankelijke en laagdrempelige rookstophulp is in die context essentieel. Kom op tegen Kanker roept de overheid daarom op werk te maken van toegankelijke en laagdrempelige rookstophulp en nicotinevervangers gratis of zeer goedkoop beschikbaar te stellen. Zeker voor rokers die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, de meest kwetsbare rokers dus. 

Thema's: Roken