Direct naar artikelinhoud
Oude liefde roest niet Charlotte

Charlotte: “Ik voel van alles wat ik lang niet voelde”

Het wordt duidelijk dat er meer is dan alleen jeugdherinneringen die Charlotte en haar jeugdvriend delen.

Tekst Beeld Libelle

Ik dacht de afgelopen twee maanden dat mijn jeugdliefde en ik vriendschappelijk contact hadden. Dat we er niemand kwaad mee deden. Dat dacht ik oprecht. We hebben elkaar niet ontmoet, alleen geschreven, we hebben dingen gedeeld uit ons dagelijks leven en herinneringen aan vroeger, we plagen elkaar wel, maar flirten niet, we hebben niet gebeld of gefacetimet en we hebben zéker niet aan sexting gedaan, wat trouwens meer leeftijdsgenoten doen dan ik dacht. Dit alles voelde ontzettend onschuldig. En nu ben ik blijkbaar in zijn hart gaan wonen. Dat spreekt hij uit nadat ik een paar dagen geen contact zocht. Zijn huwelijk is veel grijzer dan hij eerder schetste. En ik begrijp het. Het leven mooier maken dan het is, wie doet dat niet op onze leeftijd?

Ik heb geen relatie, al twaalf jaar niet. Ik hoef, behalve met mijn dochter van achttien, met niemand rekening te houden. Ik hoef alleen te worstelen met mezelf. En dat deed ik de afgelopen weken flink. Ik voel van alles wat ik lang niet voelde. Van dit niet willen en gewoon lekker op mezelf blijven, tot de enorme gelukzaligheid van elke dag met iemand schrijven die lieve dingen zegt. Dat laat ik een beetje weten door hem via Spotify Avond van Boudewijn de Groot te sturen. Dat zegt in al zijn lieve kleinheid precies wat ik verlang. Dat er iemand is met wie ik wakker word, die thee voor me zet en met wie ik hand in hand naar buiten kijk, waar de regen valt. Op dat moment heb ik nog niet goed door wat ik hem hiermee vertel. Hij wel. Hij schrijft:

[LinkedIn]

Hij: Toen je dat stuurde, wist ik dat jij geloofde wat ik al geloofde. Dat er op een of andere manier een jij en ik zou kunnen zijn.

We zijn een eigen wereld aan het maken, een die losstaat van onze alledaagse - en vooral zijn - werkelijkheid. Een kleine oase om af en toe naartoe te gaan. Hij maakt een playlist aan voor ons en deelt die met mij. Het is het cassettebandje van vroeger. Op ‘ons’ Spotify-lijstje staan nu twee nummers, mijn Avond en Voor haar dat hij mij de volgende dag stuurt. Ik moet er bijna van huilen, omdat het zo lief is dat iemand je zo’n liedje geeft. Voor haar van Frans Halsema is een liedje uit onze jeugd. Net als ik ging hij vanaf zijn dertiende regelmatig met zijn moeder naar het theater. Soms in de schouwburg in ons dorp, soms in de dichtstbijzijnde ‘grote’ stad, waar we los van elkaar voor het eerst Neerlands Hoop, Robert Long en ook Frans Halsema zagen. Voor haar is een liedje uit 1977 - voor ons destijds gewoon een lief liedje - dat later in ons leven meer betekenis kreeg vanuit liefde voor mooie teksten. Nu we oud zijn, krijgt het betekenis in onze persoonlijke geschiedenis. We spreken het nog niet uit, maar we voelen allebei dat dit is wat we voor elkaar voelen.

Zinnen als ‘…in mijn lichaam heeft zij plaatsgemaakt voor twee’, of ‘soms begint zij in mijn hart te zingen’ en ‘waar het nacht was, heeft zij lichtjes aangedaan’, dat zijn zinnen als liefkozingen. Alsof hij met zijn vingers zacht over mijn arm streelt. Wat hij veel en veel later, als we elkaar zien, graag doet. Elke keer als ik het liedje luister, keer op keer in de auto op weg naar de redactie van Koffietijd en weer op weg terug naar huis, gaat er een rilling van genot door me heen. Liefde is een vreemde ziekte, Doe Maar zong het al. Het is alsof ik uit honderd jaar slaap ontwaak. Of tenminste mijn verliefde ik dan, want voor de rest ben ik een nogal wakker persoon. In mij zit een Doornroosje - overigens wel oud en rimpelig geworden terwijl ze sliep - die nu wakker is gekust door de enige prins die het is gelukt om door de dikke doornhaag heen te komen. Deze man, deze eerste liefde in mijn leven, zit al behoorlijk in mijn hoofd en met dit liedje dringt hij ook nog eens mijn goed beveiligde hart binnen. En dat terwijl we alleen nog maar schrijven. Ik heb hem nog altijd niet gezien. De laatste keer was in 1980.

[LinkedIn]

Ik: Ik vind de eerste regels uit jouw liedje voor mij op dit ogenblik misschien wel de allerliefste zinnen die ik ken. Het is klein en dankbaar voor de liefde die je nog overkomt als je zo oud bent als wij. Liefde waaraan je geen grote woorden wil geven. Ik voel me ook een beetje bang, hoor. Bang dat het niet is wat ik denk dat het is en ook bang dat het weer voorbij gaat.

Charlotte Hoogendoorn (59) is hoofdredacteur van Koffietijd, twaalf jaar geleden gescheiden en woont met haar dochter (18) in de Amsterdamse Watergraafsmeer, als ze tot over haar oren verliefd wordt op haar eerste liefde van 43 jaar geleden. Hierover schrijft ze in haar wekelijkse serie op Libelle.nl.