Op 29 maart 2021 dreigde het doek te vallen voor Viggo Waas. In ieder geval voor de cabaretier Viggo Waas. Tijdens het sporten kreeg hij een infarct in de kleine hersenen, waar alle belangrijke verbindingen worden gemaakt.

Niet meer lopen, niet meer praten. Dan is het podiumleven voorbij. Toch staat Waas met zijn beste vriend Peter Heerschop weer op de planken.

Twintig jaar geleden regisseerde Koos Terpstra met de jongens van cabaretgroep NUHR een bijzondere versie van Wachten op Godot, de klassieker van Samuel Beckett uit 1953. We zagen de twee verweesde zwervers Vladimir en Estragon bij een kale boom op een lege zwarte speelvloer tegen een smetteloos wit achterdoek. Peter Heerschop ging als de geïrriteerde Vladimir met regelmaat ongenadig tekeer tegen Viggo Waas als Estragon, omdat hij aan geheugenverlies lijdt.

Het lag daarom voor de hand dat Heerschop en Waas in Er gaat nog iets heel moois gebeuren (regie: Ruut Weissman) teruggrijpen op deze voorstelling. De bolhoeden komen uit de kist en ze staan weer tegenover elkaar. Maar in plaats van een geïrriteerde Vladimir zien we nu een liefdevolle Vladimir, die weliswaar kleine speldenprikken uitdeelt, maar het allerbeste voor heeft met de andere man. Ze wachten ten slotte allebei op iets heel moois, namelijk dat Viggo Waas vrijwel volledig hersteld is van de klap van 29 maart 2021 en weer als een volwaardige tegenspeler op het podium kan staan. De dood verslaan zit er niet in, maar het uitstel is meer dan de moeite waard.

De spraaksnelheid van Waas is weg, de vanzelfsprekende flair waarmee de mooie jongen van NUHR over het podium fladderde is weg. Maar de nieuwe Waas, die eerder dit seizoen op het podium onder de beschermende vleugels van de andere NUHR-jongens en een aantal gastacteurs al een beetje kon warmdraaien in het familiedrama Festen, staat als een huis. Een ander huis, maar ook een heel mooi huis.

Waas en Heerschop kijken met een frisse blik terug op enkele NUHR scènes en hun gelukkigste moment samen tijdens het WK voetbal in Zuid Afrika. Zij mengen die beelden met momenten uit het drama van Waas en de manier waarop Peter Heerschop daarmee is omgegaan. Gezien het onderwerp is het niet zo raar dat de grapdichtheid behoorlijk onder de bekende NUHR-grens ligt, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door sentiment, dat op geen enkel moment vals is.

Ondanks scènes in de boksring en in een club waar de overjarige, wild dansende Heerschop tussen het jonge publiek nog aan zijn trekken probeert te komen, ligt het tempo van de voorstelling geriatrisch laag. Maar de teksten zijn scherp en hakken er soms flink in, zoals we dat bij NUHR gewend zijn en waar veel snelle jongens en meisjes van dit moment nog een puntje aan kunnen zuigen.

Onder begeleiding van Paul McCartney’s Dear Friend komen ze tot de kern van vriendschap: weten wat de ander nodig heeft. Maar vriendschap moet wederkerig zijn en daardoor is de grens tussen altruïsme en egoïsme flinterdun. Want Peter Heerschop, die intens betrokken was bij elke stap van het herstel, heeft er ook uit eigenbelang alles voor over gehad om zijn beste vriend niet kwijt te raken. ‘Als jij er niet meer bent, ga ik ons heel erg missen.’

Het slotapplaus had niets met een mengeling van sympathie en medelijden te maken, maar met artistiek hoog niveau van een gedurfde voorstelling van twee ware vrienden.

Foto: Joris van Bennekom